Bereiding

1. Schil de aardappels en snijd in stukken. Was de aardappels en voeg toe aan een kookpan met ruim water. Breng het water aan de kook en kook de aardappels 20-25 minuten. Bewaar bij het afgieten een kopje van het kookvocht.
2. Snijd de kastanjechampignons doormidden of in kwarten. Verhit een scheutje olie in een koekenpan en bak de kastanjechampignons 5-6 minuten op hoog vuur. Voeg vervolgens de ketjap en de sojasaus toe en breng op smaak met peper en zout.
3. Schil de gember met een dunschiller en rasp met een fijne rasp. Snijd de rode peper fijn. Snijd de onderkant van de paksoi af en snijd de rest in repen. Snijd de rode puntpaprika in smalle reepjes.
4. Verhit olie in de andere koekenpan en fruit de gember en rode peper hierin aan. Voeg vervolgens de paksoi en de puntpaprika toe aan de pan en wok een aantal minuten op hoog vuur.
5. Giet de aardappels af en doe terug in de pan (Bewaar een kopje van het kookvocht). Schenk wat kookvocht bij de aardappels en prak ze met een stamper tot een gladde puree. Roer de gewokte paksoi en puntpaprika door de aardappelpuree heen en breng op smaak met peper en zout.
6. Snijd de lente ui in ringetjes. Verdeel de kastanjechampignons over de paksoistamppot heen en bestrooi met de lente ui en de sesamzaadjes. Eet smakelijk!